De glorieuze toekomst van de huis-aan-huiskrant

6 minuten leestijd

Deze week sta ik in De Havenloods. Je ziet me, zittend op een Rotterdams terras, met een glimlach doen alsof ik de krant lees. Het onderschrift: ‘Nico (78): “Ik denk dat de functie van een lokale krant steeds belangrijker wordt. Ik ken De Havenloods als een huis-aan-huis krant waar toch goede verhalen in staan, dat was vroeger helemaal niet zo gebruikelijk.”’ Hoofdredacteur Emile van de Velde reduceerde wat ik hem, ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van dit blad, zei, tot deze quote.

Hier is ruimte voor mijn hele verhaal. De Havenloods is echt een begrip in Rotterdam en de omliggende regio. Dat heeft voor de deel te maken met de visie van de man die er ooit mee begon: dominee Jos van Krimpen. Bijzonder was dat hij in deze huis-aan-huis krant indertijd ook plaats inruimde voor lezenswaardige achtergrondverhalen. Iets wat voor dit type krant nogal ongebruikelijk is, of beter, was.

Vergeleken met de gewone dagbladen zijn huis-aan-huisbladen een goed verdienmodel, aangezien ze vooral veel advertenties bevatten. In het nummer waarin ik (voor het eerst zonder mijn achternaam) sta worden van de 24 pagina’s er elf in beslag genomen door advertenties. Daarvan vult supermarkt Dirk er zes met stuntprijzen. Ik denk niet dat een dagblad als de Volkskrant Dirk de gelegenheid wil bieden om via zes pagina’s reclame te maken voor bamboe ondergoed en melkopschuimers.

Er wordt nogal eens vergeten dat veel mensen meer in advertenties geïnteresseerd zijn dan in nieuwsberichten. Daar komt in dit geval nog bij dat veel gemeenten vaak ook betalen voor het verspreiden van hun eigen berichten. Ik weet niet of dat ook geldt voor de verhaaltjes in de rubriek ‘Thuis in Delfshaven’.

Als ik dus in het foto-onderschrift zeg dat de functie van een lokale krant steeds belangrijker wordt, dan bedoel ik dat de doorsnee dagbladen als het AD en de NRC het steeds moeilijker krijgen door de oplopende kosten (van drukken, papier, redactie, huisvesting en distributie) en de afnemende inkomsten uit advertenties en abonnementen. Daar staat tegenover dat de zogenaamde gratis verspreide nieuwsbladen, zoals De Havenloods, het – vooral door hun relatief hoge advertentie-inkomsten – langer zullen kunnen uitzingen.

In het verleden heb ik ook voor De Havenloods gewerkt. Dat zat zo. In de beginjaren van Radio Rijnmond besloten we om zelf ook een krant uit te geven: De Radio Rijnmond Reporter. Dat werd zo’n succes, dat de toenmalige directeur van De Havenloods, Victor Doorn, mij in zijn kantoor ontbood en mij een aanbod deed dat ik niet kon weigeren. Hij zei zoiets als: “Jullie krantje met een oplage van meer dan 100 duizend exemplaren zit in mijn vaarwater, omdat jullie adverteerders proberen bij mij weg te snoepen. Mijn complimenten met hoe jullie daarmee bezig zijn. Maar wat ik wil voorstellen is dat de Radio Rijnmond Reporter als bijlage van De Havenloods gaat verschijnen. De kosten voor redactie, druk en verspreiding in meer dan 600 duizend gezinnen zijn voor onze rekening, maar de advertentieacquisitie doen wij en de opbrengst daarvan gaat ook naar ons.”

Ik blij, want een krant maken was immers niet onze core business. We waren vrij om te schrijven wat we wilden. Totdat we het een keer in koeienletters over een KUT-rapport hadden. We zeiden dat dat een afkorting was van Katholieke Universiteit Tilburg, maar we wisten dat dat niet helemaal waar was. Het was een Hogeschool en nu heet het Tilburg University.

Vandaag de dag heeft De Havenloods een oplage van ruim 250 duizend exemplaren en het is een beetje een ratjetoe van berichten, verhaaltjes, columns, foto’s, de Stadskrant van de gemeente Rotterdam en heel veel advertenties. Het blad dat eerst door Wegener werd uitgegeven en ook in de omgeving van Rotterdam werd gelezen, is nu onderdeel van De Persgroep en richt zich alleen op Rotterdam.

Denkend aan de gedurfde ideeën van dominee Van Krimpen zit ik te mijmeren wat ik met De Havenloods zou doen als ik het daar voor het zeggen zou hebben. Ik denk dat ik twee elementen als uitgangspunt zou nemen: De Engelse tabloid en de advertenties. Bij het woord tabloid gaat het me niet om het formaat van de krant, maar om de inhoud. Een slim gemaakt boulevard- of schandaalblad, zoals The Sun of het Duitse Bild. Met nog meer het accent op de vooral Rotterdamse onthullingen dan op de roddel. Zo’n krant maken is een vak apart.

Waar het gaat om de advertenties zou ik een brainstorm organiseren om na te gaan of, en zo ja hoe, het mogelijk is om zowel online als op papier te adverteren en initiatieven ontwikkelen om zelf advertenties te ontwerpen, zodat de advertenties er op termijn beter en mooier uit gaan zien. Ongeveer zoals bij chique glossies de advertentiepagina’s niet onder doen voor de redactiepagina’s. Dus je minder laten leiden door wat de adverteerders aanleveren. Kortom: De inhoud nog spannender en de advertenties nog mooier. Leve De Havenloods.

Previous Story

Digitale technologie is steeds meer een vijand van democratie

Next Story

Interview-selfie