Het nieuwe tv-seizoen, ik ga minder kijken

5 minuten leestijd

We luisteren thuis vaker met elkaar naar podcasts. Naar Aaf en Marc-Marie en naar de Kamer van Klok van De Volkskrant. In de auto switch ik meer tussen de radiostations dan dat ik de radio op Radio 1 laat staan.

Nico Haasbroek becommentarieert wekelijks ontwikkelingen in de media.

Voor mij was het niet toevallig dat het NOS Journaal van 18.00 uur eergisteren eerst melding maakte van de tv-reclameopbrengsten en pas daarna met informatie over het nieuwe televisieseizoen kwam. In Hilversum lijkt de publieke omroep zich al sinds jaar en dag liever als een commerciële omroep te gedragen dan een publieke omroep. Het gaat om de kijkcijfers, concurreren met RTL en SBS, om de STER-inkomsten en de uitreiking van de Gouden Loeki voor succesvolle reclamespots, terwijl het toch in de eerste plaats om de inhoud en het publiek zou moeten draaien.

Het belangrijkste nieuws uit de mond van omroepbons Frans Klein in genoemd Journaal betrof een nieuwe manier van programmeren (series gaan voortaan eerst online gaan en komen daarna pas op tv). Verdomd interessant, Frans.
Kennisnemend van al het nieuws over het komende seizoen valt vooral op dat het om veel oude wijn gaat, die soms in nieuwe zakken is verpakt. Gelukkig keert Boer zoekt Vrouw terug en Angela de Jong vertelde dat Dionne Stax bij Max een hoofdrol gaat spelen. Zet hem op Dionne. Benieuwd ben ik met name naar de dramaserie over Pim Fortuyn (jubileumjournalistiek) en de nieuwe zak waarin Lubach zijn grappen gaat proppen.

Om nog even op de tv-reclame terug te komen. Die maakt een recordgroei door: de nieuwste bestedingen komen uit op ruim 400 miljoen euro. Het blijft idioot dat de NPO, die vooral door de overheid wordt gefinancierd, de kijkers met een overvloed aan reclameblokken, waarin heel lang dezelfde reclames worden herhaald (Hallo Irene met je matrassen en vrijblijvende slaapadviezen), blijft irriteren. Bovendien is er sprake van oneerlijke concurrentie. Kranten en commerciële omroepen kunnen vrijwel alleen over reclame-inkomsten beschikken, de NPO over staatssteun en STER-opbrengsten.

Demissionair minister Slob zeg de STER binnen vijf jaar te willen halveren, maar ik moet het nog zien. Het is allemaal heel halfslachtig wat de minister voorstelt en met de invoeringsdata wordt ook steeds geschoven. Als er ooit een nieuw kabinet komt, dan kunnen de voorgestelde maatregelen zo maar weer verdampen.

Onze werkgroep Andere Publieke Omroep (APO) heeft over dit onderwerp een helder standpunt: Stop helemaal met de STER bij de publieke omroep en focus met een kleiner budget via twee tv-kanalen op de kerntaken informatie, cultuur en educatie.

Ik heb mij voorgenomen om het nieuwe tv-seizoen wat minder te gaan kijken en wat meer culturele evenementen te bezoeken, in cafés met mensen te gaan kletsen of lekker boeken te lezen. ‘Revolusi’ over de koloniale geschiedenis rond Indonesië van David van Reybrouck heb ik bijna uit (heel informatief en mooi opgeschreven) en ik ben al begonnen in de nieuwe Brusselmans over de Nederlandstalige literatureluur. (Heerlijke, schaamteloze humor.) Als verslaafd tv-kijker blijf ik graag het nieuws volgen en naar voetbal kijken. Wat maakten onze verwende jongens er gisteravond weer een potje van.

Ik ben vaak te lui om buitenlandse nieuwsuitzendingen te volgen. Toch betrap ik mij erop dat mijn kijk-, luister- en leesgedrag wel langzamerhand verandert. We luisteren thuis vaker met elkaar naar podcasts. Naar Aaf en Marc-Marie en naar de Kamer van Klok van De Volkskrant. In de auto switch ik meer tussen de radiostations dan dat ik de radio op Radio 1 laat staan. Van foute radio zoals Radio Decibel kan ik enorm genieten. En talkshows bekijk ik steeds selectiever. Alleen als het onderwerp, de interviewer of een bepaalde gast me bevallen. Uitgesteld kijken doe ook ik steeds vaker, via mijn laptop. Porno daarentegen windt mij steeds minder op. Of dat eerder aan mij dan aan de porno ligt, laat ik nu even in het midden.

Je hebt tv-seizoenen en gewone seizoenen. Ze zijn allebei nogal voorspelbaar. Dit jaar kijk ik meer uit naar vallende kastanjes, beukennootjes en de groene knol-aan-me-nooit niet dan naar pratende advocaten, flirtende boeren of een weervrouw die mij vertelt dat het kan gaan vriezen of dooien.

Previous Story

Op bezoek bij Günter Wallraff

Next Story

Word mediawijs in plaats van mediaverslaafde