DAG 65: Droomstraten De Drie Straatjes

15 minuten leestijd

Citylab010 heeft 40.000 euro toegekend aan de drie straatjes in Middelland – de Beatrijs- , Persijn- en Frank van Borselenstraat – om een aantal mooie ideeën te ontplooien. Het gaat om extra groen, voorzieningen voor de fiets en een droomplein. Op 9 februari kwamen een twintigtal bewoners in het hoekpandje van de Graaf Florisstraat bijeen om afspraken te maken over de verdere uitwerking van de plannen. De Middellandman was door het kernteam, bestaande uit Guus Eskens, Karin van der Straaten, Joost van Assendelft, Famke Maso en Annet van Es, gevraagd om een inleidend praatje te houden en het overleg in goede banen te leiden. Maar dat was totaal niet nodig. Het ging allemaal van een leien dakje in een prettige sfeer.Hoekpand
Was ik hier als Middellandman, Bas Haan, die net tot journalist van het jaar was uitgeroepen vanwege zijn onthullingen in de ‘bonnetjesaffaire’ waarbij politici Opstelten en Teeven het veld moesten ruimen, was aanwezig als betrokken bewoner. Komisch hoe de grote en de kleine wereld elkaar kunnen tegenkomen.

Ga illegaal narcissen planten
Nienke Bouwhuis was een van de initiatiefnemers van de Drie Straatjes. Als architect wil ze nadenken over de leefomgeving van mensen. Ik ontmoet haar in haar kantoortje van Krachtgroen, op de hoek van de Graaf Floris en de Beatrijs.
“Het is begonnen doordat ik ooit aan de praat raakte met iemand van de GGD en ik vertelde wat we met Krachtgroen doen. Wij denken dat de ruimtelijkheid van het groen minstens zo belangrijk is als de sociale kant van het groen. We willen als architecten en ontwerpers niet meer alleen dingen tekenen, maar kijken hoe we wat we willen bij mensen kunnen laten passen. En in dat gesprek met die persoon van de GGD gingen we dieper in op de relatie tussen groen en gezondheid. En toen heb ik Buurt Bruist bedacht, waarbij het gaat om het vergroenen van de leefomgeving voor het verbeteren van de gezondheid van de mensen in de wijk. Het gaat daarbij echt om groen dicht bij huis.”

Maak dat eens nog concreter. Hoe word je van groen om je heen gezonder?
“Op veel verschillende manieren. Daar is veel onderzoek naar gedaan. Bijvoorbeeld doordat je het inademt wordt de lucht minder vervuild. Maar ook: uitzicht op een boom maakt gelukkig. De structuur van boom doet schijnbaar iets in je hersenen waar je rustig van wordt. Minder depressies. Als je omgeving mooi groen is ga je vaker wandelen. Ziet je omgeving er groen en verorgd uit, dan ben je minder geneigd om een bushokje in elkaar te slaan. En die gezondheidseffecten gaan heel veel kanten op. Lichamelijk en geestelijk.”

Wat zouden mensen als eertse met groen moeten doen om hun gezondheid te bevorderen?
“Er zelf mee aan de slag gaan. Lekker met je handen in de aarde. Het liefst samen met je buurman. Ga illegaal narcissen planten in het plantsoen. Of licht een stoeptegel voor je huis en maak een geveltuintje. Verticaal groen. Klimop is niet zo goed. Die gaat in je metselwerk of kozijn zitten, maar wilde wingerd is niet zo’n probleem.”

Nu de meeste mensen in de steden wonen verschuift het land naar de stad.
“Ja, de ecologie in steden is tegenwoordig veel diverser dan op het platteland. Met al die monoculturen. Tegenwoordig worden de gekste dieren in de stad gespot, van bijzondere vogels tot vossen. En rare varentjes. Het schijnt dat aan de noordrand van Rotterdam ook wel eens vossen worden aangetroffen. Er is natuurlijk ook heel veel te eten in de stad. Overal liggen halflege frietbakjes. Doordat mensen vervuilers zijn is er heel veel te halen.”

Er zijn ook veel moslims die in de parken enorm veel brood strooien.
“Ja, dat is echt vreselijk. Ik zie zo nu en dan een Bas-tas leeg gaan met groene stukken er uit. Dan denk ik: je gunt een beest toch ook geen geschimmeld brood. En als je zou weten wat het teweegbrengt, wat voor ziektes ratten en duiven kunnen veroorzaken, dan denk je er wel drie keer over na voor je dat doet. Je kan dat soort eten beter naar de dierentuin brengen.”

Waarom zijn jullie met Krachtgroen gestart?
“Ik deed mee aan een onderzoek van de Rijksbouwmeester en daar ging het over de vraag wat groen voor de leefomgeving kan betekenen en toen kwamen we er achter dat dat een hele sociale component heeft. Meer dan wij als architecten dachten. Je kan heel veel voor zijn als mensen gezonder zijn. Ook psychisch. Er zitten heel veel mensen met een depressie achter het raam of met een blikje bier op de bank. Als die iets meer buiten waren geweest, dan waren ze nooit zo ver gekomen. Waarschijnlijk. Groen werkt besparend op de kosten voor de gezondheid. Als je in het ziekenhuis ligt en je hebt uitzicht op een boom, kom je gemiddeld drie dagen eerder thuis. Het leuke van in het groen bezig zijn is bovendien dat je vaak andere mensen ontmoet. En die kunnen je soms ergens uit trekken.”

Nu naar het plan met De drie straatjes.
“Het groen was de aanleiding voor het hele verhaal van de drie straatjes, want we hebben een keer met het team dat er nu mee bezig is een ochtend een rondje gelopen en keurig geschetst wat er nu aan de hand is. Wat we toen tegenkwamen waren slecht onderhouden geveltuintjes, we zagen heel veel fietsen staan en we dachten na over een andere inrichting van de straat om een droomplein te kunnen maken. Ik had een kaart van de straten geprint en daar op hebben we met een dikke stift getekend wat er mogelijk was. Eigenlijk is het een herinrichting van het hele gebied. Het gaat om een optelsom van verschillende dingen waarmee het geheel sterker wordt. Een rijtje bomen zou gesnoeid moeten worden. Dat is het eerste wat de bewoners zouden kunnen aanpakken. Daarover moeten goede afspraken met de gemeente gemaakt worden. Die zijn eindverantwoordelijk.”

Gemeenten hebben vaak veel ambtenaren en huren ook nog eens externe deskundigen in, maar volgens mij zouden ze meer met deskundige bewoners moeten doen.
“Ja, daar ben ik het helemaal mee eens. Veel bewoners hebben er vaak meer verstand van dan menige ambtenaar. Daar lopen wij met het Buurt Bruist project ook de hele tijd tegen aan.”

Planning is ook zo iets geks. De gemeente doet regelmatig dingen die niet echt nodig zijn, maar omdat het in de planning staat moet het gebeuren.
“Ja, hun planning werkt volgens bepaalde vaste structuren. Neem bijvoorbeeld speeltoestellen. Die zijn na twintig jaar afgeschreven. Niet eerder en niet later. Of het nou nog goed is of niet. En ook als bewoners er niet blij mee zijn, dan moeten die toestellen toch nog blijven staan zolang ze niet afgeschreven zijn. Het is ook wel gebeurd dat ze een boom hebben weggehaald en dan snel de boomspiegel dichtgetegeld om aan de herplantplicht te ontkomen.”

Ontvang jij ook geld van de gemeente?
“Ja, we hebben een opdracht van de GGD gekregen, zoals ik eerder vertelde.”

Maar ben je op zo’n moment ook ambtenaar?
“Nee. De lol is juist dat ik de taal wel spreek, maar ik ben het niet. Ik spreek ook de taal van de buren in mijn straat. Dat is de truc van een tussenpersoon, zoals ik mij noem. Je moet smeermiddel of tolk zijn, dat is heel belangrijk. Ik word overigens wel eens door een ambtenaar gebeld met de vraag of het nummer van die en die heb. Dan zeg ik: dat is jouw collega. Maar reageert die dan: via jou kan ik het snelste achter het nummer komen. Dat vind ik wel een beetje raar.”

Misschien zou je de verhouding tussen bewoners en ambtenaren heel anders moeten gaan invullen.
“Ja. Daar gaan we volgende week met Stadsontwikkeling en de GGD over praten, omdat wij vinden dat die opgave van ons een integrale is. De politiek wil een participatiesamenleving, maar snappen ze wel wat dat betekent? Het is nog steeds iets wat van bovenaf wordt opgelegd. Ik denk dat veel politici participatie maar lastig vinden. Op inspraakavonden komen alleen maar mensen af die een beetje als ambtenaren denken, maar bewoners meestal niet. Het heeft niet zo veel zin wat je daar als burger zegt en dat is jammer. Je moet er voor zorgen dat je de mensen echt ontmoet. En als je ambtenaar bent, dan is het je vak om dat goed in buurten te regelen. Dan moet je meer afdalen naar de wijken in plaats vanuit die toren alleen maar te zitten zenden. Zij praten vaak tegen dovemansoren.”

Wat is het ideale groenmodel voor een wijk?
Je moet er op een of andere manier voor zorgen dat het groen past bij de gebruikers, zodat het groen zo veel mogelijk voor de bewoners kan betekenen. De een haalt zijn planten op de markt, de ander gaat naar een tuincentrum en weer een ander zet kabouters in zijn voortuin. In een kinderrijke wijk moet je een ander soort groen hebben en dan in een buurt waar veel ouderen wonen. Of als je alleen maar sociale huur hebt, heb je een ander soort groen dan wanneer je grote koopwoningen hebt. De Heemraadssingel is een chique singel en dat heeft een heel ander niveau dan een wijkparkje waar een beetje aangerommeld wordt. Dat staat ook qua onderhoud bij de gemeente op een ander niveau. Wat eigenlijk heel jammer is. Maar het gaat mij er om dat het groen past bij de bewoners. En als je dat op de lange termijn goed wilt organiseren, dan is het ook goed om er bewoners bij te betrekken. Die zijn veel duurzamer dan een ambtenaar, die met beleidsperioden van vier jaar te maken heeft.

Welke wethouder gaat over het groen?
“Dat is een beetje versnipperd. Joost Eerdmans gaat over de participatie, De Jonge over zorgkant en Pex Langenberg gaat meer over de duurzaamheid en de haven. Het hangt nu in de praktijk een beetje tussen wal en schip.”

Het zou leuk zijn als een wethouder in dit geval zelf ook iets met groen heeft.
“Ja, Joost Eerdmans houdt van hanging baskets, zoals ze die in Frankrijk hebben. Die wil hij hier ook. Van die lantaarnpalen met bakjes met geraniums en zo. Maar in Frankrijk is zon en ze geven ze daar veel water. Hier werkt zo iets niet. Je moet uitgaan van de vraag van de bewoners.”

Groene driehoekAls jij nou als wethouder over het groen zou gaan, wat zou je dan doen?
“Meer groen. En ik zou per wijk gaan kijken hoe de vraag in elkaar zit en dan zorgen voor meer passend groen. Rotterdam is qua oppervlak een van de groenste steden van Nederland, dat komt omdat we in en rond Hoek van Holland heel veel natuur hebben, maar in de wijken ervaar je daar niks van. De groenbeleving is veel interessanter dan die vierkante meters. Die moet omhoog. Laat het maar een urban jungle worden.”

Previous Story

DAG 64: De linoleumsneden van Ondine de Kroon zijn te koop

Next Story

DAG 66: De problemen uit de statistieken zijn op de basisschool Palet ver te zoeken