DAG 18: Middagje Middelland

6 minuten leestijd

‘Time for beauty’ staat er op het kaartje dat door de brievenbus viel. Nu heb ik soms last van wat ze in het schoonheidsjargon een ‘probleemhuid’ noemen, dus dit aanbod komt als geroepen. Bovendien krijg ik van het prachtige gezicht op het kaartje 10 procent discount. Er wordt nog veel meer aangeboden: manicure, pedicure, waxing en eyecare. Op de voorkant van het kaartje is de voertaal Engels, achterop Pools. Ik pak de fiets en rijd naar de Claes de Vrieselaan. Kijken of het wervende gezicht op het kaartje lijkt op de dame van de salon. ‘Time for beauty’ bevindt zich in een flatachtig gebouw. Ik druk op de bel, maar er wordt niet gereageerd. Dan probeer ik het 06-nummer, maar ook hier geen reactie. Ik wrijf even over mijn vette gezicht en rijd verder de wijk in. Het zit niet altijd mee in het leven.
Ik besluit een kijkje te gaan nemen in de buurt tussen de 1e Middellandstraat en de Beukelsdijk. Het is lekker weer. In de Witte van Haemstedestraat is een pleintje waar kinderen spelen. Op de hoek is een geblindeerde winkel van advocatenbureau Ali. De buurman zegt dat de advocaat deugt en meestal ’s avonds spreekuur houdt. Daar wil ik wel een keer met een probleem heen. Bij de Jan van Avennesstraat hangt een bord met gedragsregels:20150929_163310

Ik vraag me af wat voor effect dergelijke goedbedoelde teksten hebben.
De Graaf-Floris is mooi maar een beetje somber door de vele grote bomen. In de verte hoor ik een kind vrolijk zingen. Op stoep plakken twee tieners een fietsband. Rhodesia en Aziza zijn vriendinnen, rond de 13, en ze zitten op de zelfde school. Rhodesia wil later in de zorg werken en Aziza kiest voor een ICT-baan. Ze is een beetje verslaafd aan Candy Crush. “De fietsenmaker vroeg dertig euro voor het dichten van het lek en toevallig hadden we dit Simson-setje nog. Nu proberen we het zelf”, vertelt Rhodesia.
In de Beatrijsstraat zie ik ergens hoog een rode vlag met hamer en sikkel hangen. Op de stoep aan de overzijde staan een aantal mannen wat te kletsen en te lachen. In het raamkozijn staan glaasjes met drank. Ik vraag van wie die rooie vlag is.
“Van onze buurman.”
Is die een communist?
“Ja, maar het is de Chinese vlag. Dat zie je gelijk.”
“Die man daar”, zegt een ander, “is een goeie prater. Die heeft van alles verstand.”
Is dat zo?
“Ja, maar op dit moment niet. Ik heb kriebelhoest.”
Er komt een zwarte man naar buiten met een boor.
“Hij moet van boven naar beneden boren voor een TV-kabel naar de slaapkamer, maar als ‘ie scheef zit komt die bij mij uit.”
Ik vertel dat ik journalist ben.
“Hij ook” liegt de man met de kriebelhoest. “Hij heeft 22 jaar bij NRC Handelsblad gewerkt. En daarna de zak gehad. Kent u hem niet?
Nee, zeg ik.
“Dat klopt, want hij speelde bij Sparta.”
Ik scandeer SP-AR-TA en we zingen in koor: ‘Rood-wit is onze glorie, Rood-wit zit ons in ’t bloed’.
“Wil u een vogel hebben? Hij zingt niet meer.”
Een vogel?
De goeie prater opent zijn plastic Bas-tas en op de bodem zie ik een dode vogel liggen.
“Wie weet komt ‘ie weer tot leven als je hem wat te eten geeft. Ik bewaar hem. Voor het zelfde geld praat ‘ie morgen weer.”
De Spartaan: “Die vogel komt van de buren. De kat had hem gevangen en op bed gelegd. En toen ze thuis kwamen schrokken ze daar van en toen heeft hij hem effe gepakt. En in een tassie gedaan.”
Woont u hier in de straat?
“Op achttien.”
Maar klopt het dat u gevoetbald heeft?
“Echt.”
Hoe heet je en wat speelde je?
“Kroll. Ruud Krol, maar ik ben met een dubbele l. Ik speelde links back en links half. Op mijn achttiende kreeg ik een motorongeluk. Toen zijn mijn knieën kapot gegaan. Dus kon ik nooit meer hoog spelen. Ik zou naar het eerste gaan, maar dat is dus nooit doorgegaan, helaas. Af en toe ga ik nog kijken, met m’n neefies mee.
Leuke straat is dit.
“Deze straat is echt geweldig. Ik woon hier 46 jaar en ik vind dit de leukste straat van de omgeving. We drinken hier buiten met z’n allen. Dat zie je niet meer. Alles woont hier door elkaar. Maar als de huurders er uit gaan, dan komen er een iets ander soort mensen. Hier om de hoek is het heel anders. Daar gooien de mensen de vuilniszakken op straat, maar dan komen de meeuwen natuurlijk…”
We horen geschreeuw.
“Ja, ze zeggen dat hij bij Jan zit. Hij zit weer schuin te boren.”
Woont u alleen?
“Ja… Met plezier. Heel erg lekker. Ik heb geen last van eenzaamheid. Helemaal niet. Gek he?”
Je gaat hier ook dood?
I hope so.”
De beauty-salon belt. Ik kan overmorgen langs komen.

0 0 stemmen
Artikel waardering
2 Reacties
Nieuwste
Oudste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Jeroen Middelland

Wat een bagger stuk in het NRC. Het claimen van de co-creatie….. Was je erbij op 10 april 2015 in de college zaal op de Coolsingel?

Previous Story

DAG 17: Opstand op stand

Next Story

DAG 19: Poolse Patrycja