In het mediacircus was de verkiezingsact van Arjen Lubach het origineelst

7 minuten leestijd

Een zes plus. Dat is mijn cijfer voor de manier waarop de media de verkiezingen hebben gecoverd. En in dat cijfer zit ook de adequate manier waarop de NOS de uitslagen bracht. Voldoende dus, maar het was wel weer heel voorspelbaar, nogal mild ook, meer ouwe koeien dan wenkende perspectieven en heel veel van hetzelfde. Je kon de tv niet aanzetten of er was weer een lijsttrekker te zien. In een reclamespotje of een talkshow, als presentator (‘Doe dat niet’) in Goedemorgen Nederland of in dialoog met een kiezer. Ook was er een overdosis aan debatten. Een nieuwe trend leek het idee om de burger inspraak te geven. In het online volgen van de verkiezingsstrijd, bijvoorbeeld via TikTok en Clubhouse, had ik nu even geen zin. Qua desinformatie viel het in ons landje, op de waarschuwing bij een bericht van Baudet na, mee.

Het hele verkiezingscircus toont hoezeer de media en de politiek tot elkaar veroordeeld zijn: De NPO ontvangt zijn basissubsidie uit Den Haag, terwijl het Tweede Kamerlid voor zijn (her)verkiezing afhankelijk is van publiciteit. Legio zijn de voorbeelden van uitgerangeerde politici die een tweede leven als omroepbons slijten en van journalisten in Den Haag voorlichter worden. Ik heb niks met dat naar binnen gekeerde wereldje van meisjes en jongens onder elkaar.

Mijn stemgedrag schiet alle kanten op. Dit jaar stemde ik voor de verandering op Lilian van de SP, omdat ik vind dat ze lief is voor de zwakkeren in de samenleving en helder en overtuigend haar verhaal vertelt. Maar de doorslag gaf dat zij, net als ik, van witte herders houd. De Nederlandse kiezer wordt, als u het mij vraagt, onvoldoende serieus genomen en daarom maakt het helaas niet zoveel uit op wie je stemt.

Ik kom uit een PvdA-nest, maar in een radicale fase van mijn leven was ik een bewuste niet-stemmer of ik stemde niet omdat ik als journalist koos voor totale onafhankelijkheid. Toen ik als baas van het NOS Journaal aantrad, werd hier en daar in de media geconstateerd dat na een hoofdredacteur uit de hoek van het CDA, de vader van Xander van der Wulp, nu een sociaaldemocraat de lakens ging uitdelen. Als reactie daarop zegde ik per direct mijn lidmaatschap van de PvdA op.

Tijdens dat hoofdredacteurschap maakte ik, als het om verkiezingen ging, vreemde dingen mee. Zo was er een PvdA staatssecretaris die mij op mijn privénummer belde met de vraag of we in het journaal niet nog wat meer aandacht konden besteden aan zijn partij, die er in de peilingen nogal beroerd voor stond. En tijdens nota bene de verkiezingsdag in het voorjaar van 2002 werd Wim Kok door de Haagse redactie in de gelegenheid gesteld om de kiezer toe te spreken. Ik zei in het openbaar dat ik vond dat dat niet kon, maar mijn collega-hoofdredacteur was van oordeel dat ik dat soort kritiek alleen intern mocht uiten. An me hoela (zie mijn boek ‘Journaaljaren’, 2004). Inmiddels is het doodnormaal om de kiezer ook op de dag van de verkiezingen zelf te beïnvloeden. De publieke omroep doet daar onder andere via politieke STER-spotjes vrolijk aan mee.

NRC heeft samen met databank LexisNexis en de Vrije Universiteit gekeken welke invloed de media op de kiezer hebben uitgeoefend. De meeste aandacht kreeg het thema corona en gezondheidszorg; van de nieuwe partijen ging de meeste aandacht uit naar JA21 en Volt, en het aantal zwevende kiezers halveerde in de loop van de campagne. Belangrijke thema’s als buitenlandse zaken en de toeslagenaffaire zijn onvoldoende besproken en dat moeten vooral de tv-journalisten zichzelf verwijten.

Oude Haagse politiek kan me gestolen worden. Ik weet ook wel dat de politiek in dit land, vergeleken met landen als bijvoorbeeld China, Rusland en Myanmar, aardig functioneert en dat er slechtere modellen bestaan dan de parlementaire democratie. Maar ik leef al lang in de wereld van ‘think global and act local’, omdat ik vooral geïnteresseerd ben in internationale politiek, Europa en echte democratie op buurtniveau. En voor dat soort thema’s bestond ook ditmaal weer te weinig belangstelling. Actieve bewoners vinden de politiek te belangrijk om aan politici over te laten. De agenda van de burger, thema’s als onderwijs, zorg, wonen, armoedebestrijding en vluchtelingenhulp, kennen wij veel meer prioriteit toe dan de agenda van het Binnenhof, de rechtbanken en de multinationals.

Als u wilt weten hoe media de verkiezingen hadden of in het vervolg zouden moeten belichten, dan zeg ik puntsgewijs:
• Coördineer als media onderling beter hoe je aandacht aan de verkiezingen schenkt in plaats van Wilders drie keer met Rutte te laten debatteren.
• Besteed meer aandacht aan het anders inrichten van ons democratische bestel.
• Als je debatten organiseert, laat ze dan langer duren. De Pauw-debatten lieten zien hoeveel aardiger confrontaties zijn als je er wat meer tijd voor inruimt.
• Laat niet Kamerleden de parlementaire enquêtes doen (slagers keuren eigen vlees) maar doorgewinterde onderzoeksjournalisten.

En Arjen Lubach en zijn team krijgen van mij een dikke 8 voor de originele en kritische manier waarop zij deze verkiezingen hebben benaderd.

Wat mij tenslotte nog van het hart moet is dat ik zit niet te wachten op de volgende vier partijen coalitie, een lange formatie en dat jullie weer nieuwe afspraken gaan maken die spotten met de worsten die jullie de kiezers hebben voorgehouden. Sorry Mark. Mijn witte herder Pekka moet een beetje janken.


Previous Story

Aaf, Marc-Marie en oude media die niet kapot te krijgen zijn

Next Story

Het nieuws ligt op straat voor de corona-cowboys