Hoe ik kijkradio uitvond en iedereen daarmee aan de haal ging

6 minuten leestijd

Vandaag, 8 april, keek ik naar de radio. In afwachting van het NOS Journaal van 13.00 uur zapte ik even naar NPO 2 en toen zag ik Natasja Gibbs het radioprogramma De Nieuws BV presenteren. In een rustig decor met potjes en planten, twee tv-schermen, een oud radiotoestel op een tafeltje en een Perzisch vloerkleed. Gibbs is een van mijn favoriete presentatoren, vooral door haar goede manier van interviewen en een prettig stemgeluid. In Volkskrant Magazine las ik een mooi gesprek met haar. Over eieren waar ze nooit meer op wil lopen en appels die ze nog te schillen heeft.

Bij De Nieuws BV op de TV moest ik onmiddellijk aan kijkradio denken. Daar ben ik de uitvinder van.

Kijkradio ontstond aan het eind van de vorige eeuw in Rotterdam. Ik gaf daar toen leiding aan Radio Rijnmond, de regionale omroep die ik daar mocht opbouwen. Op een gegeven moment kregen we toestemming om televisie te gaan maken, maar zonder dat we daarvoor een budget kregen. De enige inkomsten bestonden uit reclameopbrengsten. In Hilversum, Den Haag en de dagbladenwereld dacht en hoopte men dat die omstandigheden ons zouden ontmoedigen om met tv van start te gaan. Maar wie Radio Rijnmond toen volgde wist dat daar sprake was een heuse pioniersmentaliteit en een ontembaar enthousiasme.

Als je iets nieuws moet ontwikkelen, dan kun je twee kanten op: na-apen wat de andere media ook doen of proberen iets nieuws en origineels te bedenken. Ik kies natuurlijk voor de tweede optie en bedacht een plan om van radio stapje voor stapje steeds meer televisie te maken. Uitgangspunt vormden dus de bestaande radioprogramma’s, de makers, de studio en de bestaande techniek. Vervolgens gingen we die programma’s visualiseren. Beginnend met een camera op de presentator. En we schakelden studenten van de kunstacademie in om met aanvullende visuele ideeën te komen. Bijvoorbeeld: als het sportprogramma verslag deed van Feyenoord tegen Sparta, en we daar nog geen beelden van konden laten zien, dan lieten we kids in de tenues van hun clubs tijdens het radiowedstrijdverslag in de studio tafelvoetbal spelen. We ontdekten ook dat hoe creatiever een programma is, hoe makkelijker het is om daar leuke televisie van te maken. Neem Het motorpaleis van Wilfried de Jong en Mieke van der Linden. Wilfried reed met een motor door de stad om met Rotterdammers één onderwerp te bespreken. Goede plekken, een spannend thema, en allemaal totaal verschillende mensen levert ook prachtige tv op. Het heeft ook iets van een roadmovie. Dat moet dan misschien als eerste stap semi-live worden gefilmd, maar dat hoeft de pret niet te drukken. Als het basisidee goed is, dan maakt het niet zoveel uit hoe je het in beeld brengt.

Ik probeerde het idee te beschermen en met Philips, die de op het idee afgestemde apparatuur zou leveren, kijkradio als concept voor de ontwikkeling van niet-landelijke tv, te introduceren. Dat lukte bijna, maar de reorganisatie-operatie Centurion van Jan Timmer, begin jaren negentig, gooide roet in het eten.

Iedereen ging indertijd met kijkradio aan de haal. Jan de Hoop, die ook een tijd voor Radio Rijnmond actief was, jatte ons idee en paste dat op een armoedige manier toe bij de commerciële radio in Hilversum. Tik je het woord kijkradio op Google in, dan komen er ook tal van voorbeelden voorbij: NPO Radio 1 en 2, Radio 538, Radio 10, Radio Utrecht, te veel om op te noemen. Maar wel stuk voor stuk pas na de eeuwwisseling geïntroduceerd.

Dat ik dit verhaaltje bij De Nieuws BV ben begonnen is omdat ook de makers van dit programma op een slimme en creatieve manier proberen aan kijkradio een invulling te geven. Ze lijken te snappen dat je bij kijkradio juist niet steeds recht in de camera moet kijken, maar dat de camera het met radio bezig zijn moet laten zien. Tijdens het draaien van een plaat tonen ze zoekplaatjes (vandaag een op de actualiteit geënte foto van Erdogan en een andere politicus die geen stoel hebben voor EU-kopstuk Ursula von der Leyen) of ze projecteren teksten die extra informatie over de muziek verschaffen. En als simpele digitale beeldverbindingen mogelijk zijn, dan benutten ze die mogelijkheid. Onbewust springt De Nieuws BV verstandig om met de wet van de schaar van Wember, die stelt dat de boodschap slechter wordt ontvangen naarmate beeld en geluid minder coherent zijn. Bij het item over gezichtsuitdrukkingen, dacht ik direct dat zich zo’n onderwerp meer voor tv dan radio leent. De onderzoekers zeiden dat Natasja ook glimlacht als ze een spannend onderwerp moet aansnijden. Op zo’n moment ziet een luisteraar graag even haar gelaatsuitdrukking.

In de huidige situatie gaat het om de kunst om op originele wijze te spelen met tal van nieuwe technische mogelijkheden zonder – in dit geval – het medium radio de das om te doen. Als radioluisteraar mag je niet het gevoel hebben dat je iets mist, maar als je het ziet kunnen visuele toevoegingen een verrijking betekenen. Eigenlijk is het voor mediamedewerkers steeds een kwestie van adequaat met je tijd meegaan.

Previous Story

Wat als dan

Next Story

De ‘coolste stad van Europa’ waar de media geen raad mee weten